Niews afdeling Meppel
8 november 2023
24 juni 2022
Inspiratiedag 8 november 2023
Op woensdag 8 november 2023 hebben wij onze inspiratiedag gehad met het thema op weg naar inclusiever onderwijs.
Met dank aan iedereen die een bijdrage heeft gedaan om deze dag te kunnen organiseren. We hadden en heerlijke lunch onder andere mede mogelijk gemaakt door de leerlingen van de Plusklas van KindPunt en de VSO leerlingen van de Mackayschool. Met Annemarie Furda, Mirella Spoelder, Michiel Frankema, Karin Hartman-Kwant, Esther Tennekes, José ten Klooster, Marieke Kaandorp, Karin Hilgenga-Visser. Het was een mooie dag!

Nieuwe naam voor voormalig Oosterboerschool aan KP-Laan. Ze doen zulk dankbaar werk, maar hadden nog geen naam. Nu wel! ‘De Spil mag wel wat meer op de voorgrond treden’.
Ze doen zúlk mooi, dankbaar en waardevol werk, dat ze de aanduiding van hun huidige locatie daar niet bij vinden passen. Dan zeggen de mensen: ‘Ze zitten in de oude Oosterboerschool’. En dat is vanaf donderdag verleden tijd: vanaf nu zijn ze ‘De Spil’. De officiële naam werd onthuld door burgemeester Richard Korteland.

De Spil? „Dat is onderwijs, zorg en meer”, vertellen Sander van de Belt en Karin Hilgenga. Want gezamenlijk staan de ‘bewoners’ van De Spil voor nogal wat werkzaamheden. Ga maar na: Meppel Actief, MeesterSander.nl, Kentalis, OntdekPunt Meppel, kunstenares Cathrien Milette, IJsselgroep en het
OPDC hebben er allen hun intrek genomen.
De bewoners van de voormalige Oosterboerschool aan de KP-Laan 22 zitten pas vanaf augustus 2020 onder hetzelfde dak, maar hebben elkaar gevonden. De plannen zijn oneindig en de ideeën reiken tot voorbij het plafond. Synergie en samen zijn de sleutelwoorden. En iedereen wil investeren om de wereld nóg een stukje mooier te maken. „Maar het huurcontract loopt eind juli volgend jaar af”, zegt Hilgenga. „We willen graag investeren, maar alles stopt met het beëindigen van het huurcontract.”
Met de nieuwe naam willen de partners het belang voor de (Meppeler) samenleving graag benadrukken. „We mogen wel wat meer op de voorgrond treden, want we doen zoveel moois en belangrijks voor Meppel”, zegt Van de Belt, die teamleider is bij WijsZo. Dat is een onderdeel van het OPDC, dat een geschikte plek zoekt voor uitvallende kinderen in het regulier onderwijs.
Kijk alleen al naar de resultaten van het OPDC, in aantal kinderen nota bene het grootste orthopedagogisch didactisch centrum van ons land; samen met 36 scholen van zeven schoolbesturen zorgt het OPDC ervoor dat Meppel géén thuiszittende kinderen heeft. „Een resultaat van een lang traject. Daar zijn we echt trots op”, zegt Hilgenga, die het OPDC coördineert.
Moestuin
En als De Spil en haar bewoners verder mag, dan wil het de spil zijn in de wijk Oosterboer (en zo mogelijk ook ver daarbuiten). Hilgenga: „Wij zijn de spil voor jong en oud. Denk aan een moestuin, waar we met
vrijwilligers workshops geven. Samen koken. We willen zo een ontmoetingsplek zijn, denk ook aan de eenzame ouderen.”
23 maart 2022
Wat werkt nu echt in de jeugdhulp? OPDC in Meppel besproken tijdens kenniscafé
De Drentse Jeugdacademie hield dinsdag 22 maart het tweede kenniscafé. Elke bijeenkomst staat een initiatief in de jeugdhulp centraal en aan de hand daarvan worden succesfactoren geïnventariseerd. Tijdens het tweede kenniscafé werd het OPDC in Meppel besproken.
Het orthopedagogisch didactisch centrum (OPDC) slaagt er in om kinderen die vastlopen in het regulieronderwijs, na hulp, weer te begeleiden richting het reguliere onderwijs. Dit lukt in 80 procent van de gevallen, een bijzonder hoog percentage. Terugkeer naar het regulier onderwijs is belangrijk omdat gemeenten en zorginstellingen ‘het gewone leven’ zo veel mogelijk willen versterken.

In april volgt dan ook een apart kenniscafé over het versterken van het gewone leven. In mei staat het vierde kennis café in het teken van digitaal jongerenwerk. Het doel is om twaalf kenniscafés te organiseren. Alle bijeenkomsten leveren succesfactoren op en daaruit kunnen generieke succesfactoren gehaald worden die dan toegepast kunnen worden in andere jeugdhulp initiatieven. Het Lectoraat Zorg voor Jeugd van NHL Stenden Hogeschool ondersteunt hierbij.
Kinderen die vastlopen op de basisschool, kunnen nu terecht op nieuwe locatie in Meppel: ‘Hier krijgt probleemgedrag geen kans’.
Iedereen is welkom bij de kenniscafé’s: ouders, hulpverleners, beleidsmakers, maatschappelijk werkers, sportcoaches, noem maar op. Dat is uniek aan deze bijeenkomsten. Wilt u ook een kenniscafé bijwonen? Dat kan:
- 19 mei is er een kenniscafé over online jongerenwerk
- 23 juni staat een initiatief centraal in de gemeente Borger Odoorn.
30 januari 2021
Meelopen bij centrum in Meppel voor basisschoolkinderen die compleet vastliepen: ‘Sommigen hebben zichzelf nu al afgeschreven. Dat is toch vreselijk?’
Het Orthopedagogisch en Didactisch Centrum (OPDC) in Meppel is vrijwel uniek. Het opende eind 2020 als tweede centrum in Nederland en richt zich volledig op het bieden van passend onderwijs voor basisschoolkinderen die compleet vastliepen op hun school.

‘Het mooiste dat je een kind kunt geven, is een kans’, prijkt met witte, sierlijke letters op een plakkaat in het lokaal van meester Sander van de Belt. Zijn vijfentwintig leerlingen, tussen de 8 en 12 jaar oud, zijn muisstil. Wie niet beter weet, waant zich in een goed georganiseerde basisschoolklas. Iedereen een iPad in zijn kluisje. Gekleurde handafdrukken van alle leerlingen op de ramen.
Maar dat is slechts het aangezicht, weet Van de Belt. „Over het algemeen is er een plezierige sfeer. Maar de stilte van nu kan in een oogwenk omslaan in een storm, omdat de onderliggende problematiek bij de kinderen zo heftig is.”
Trauma’s, echtscheidingen of andere situaties
Het OPDC in Meppel vangt zo’n dertig tot veertig leerlingen op die vastliepen op hun basisschool, vanuit de wijde regio. Onder het centrum vallen de orthopedagogen, de ambulante dienst en de afdeling WijsZo, waar kinderen tussen de 4 en 12 jaar oud tijdelijk worden geplaatst om een traject te volgen met als doel weer terug naar de basisschool te kunnen.
De kinderen kampen met gedragsproblemen of taal- en leerachterstanden. Waarom gaan ze niet naar het speciaal onderwijs, kun je denken. Maar de problemen van de kinderen hier komen door onverwerkte trauma’s, zoals echtscheidingen, andere onwenselijke thuis- of schoolsituaties en zijn vaak kortdurend.
Het is op de scholen van herkomst soms zo uit de hand gelopen dat het voor zowel de school, het kind áls de ouders beter is dat er op de stopknop wordt gedrukt. Het kind uit de situatie halen. Idealiter voor drie maanden, maar sommige kinderen draaien al een jaar mee op het centrum.
‘Ik voel minder boosheid’
Neem Job, tien jaar. Met zijn haren strak in een kuif en grijze joggingbroek een kind als ieder ander, maar toch al veel meegemaakt. Hij trok van school naar school. Overal ging het ‘niet zo goed’, zoals hij het zelf zegt. Hij liep weg, was een gevaar voor klasgenootjes en werd ook vijandig naar de juf. Een jaar later is hij geen schim meer van de jongen die hij was. „Ik voel minder boosheid. En als ik merk dat mijn hart sneller begint te kloppen, loop ik even weg.”
Met bruine pretoogjes vertelt Job honderduit over zijn leerproces bij Gerda. Hij doelt op Gerda Talen, leerlingondersteuner en coördinator van het traject van terugplaatsing. Ik mag boos zijn, leerde Job, maar anderen pijn doen is een keuze. Iemand met rust laten kwam simpelweg niet bij hem op. „Nu praat ik erover met mijn ouders of met meester Sander of juf Gerda, dat helpt heel veel..”
Talen voert uitgebreide gesprekken die al behoorlijk diepgravend en psychologisch van aard zijn voor kinderen van die leeftijd. „Dat kunnen ze best aan”, stelt ze. Al gaat er een voortraject van intensieve training aan vooraf, waarin de jonge deelnemers bewust worden gemaakt van hun eigen gedrag. „Kinderen uiten hun gevoelens meteen in hun gedrag, maar hebben er de woorden niet voor. Volwassenen hebben er de woorden voor om gevoelens onder woorden te brengen, maar kunnen het goed in hun gedrag verbergen. Kinderen zijn in dit opzicht het tegenovergestelde van volwassenen.”
‘Lukt iets niet, dan doe je vervelend, om af te leiden’
In de groepstraining Leren Leren krijgt Job met drie anderen les in het onthouden van voorwerpen. Eerst moeten ze de voorwerpen oplezen, daarna krijgen ze die te horen en later te zien. Zo krijgen de leerlingen inzicht in hoe ze het beste dingen kunnen onthouden. Simpel, maar voor hen zeer belangrijk. Lukte op hun oude school iets niet, dan volgde er steevast agressief of ander wangedrag. Talen: „Feitelijk hebben zichzelf een strategie van overleven aangeleerd die onwenselijk is. Lukt iets niet, dan doe je vervelend, om af te leiden van het falen. Dat moet eruit en dat proberen we hier voor elkaar te krijgen.”
Want systematisch wangedrag komt veelal voort uit angsten of trauma’s die leerlingen hebben opgelopen, zegt Talen. Het OPDC gaat daar intensief mee aan de slag. Individueel en in groepsverband.
‘Geen van deze leerlingen is verloren’
Al zijn de situaties soms schrijnend. Talen voelt intens mee met de pijn en het verdriet dat kinderen met zich meedragen. „Ze lopen nog maar een paar jaar op de wereld rond, maar als je ziet hoe diep sommigen al zitten. Er zijn leerlingen die zichzelf nú al hebben afgeschreven. Dat is toch vreselijk? Vanuit die drive werken wij elke dag keihard, om die dingen mee te geven waar ze de rest van hun leven mee vooruit kunnen. Geen van deze leerlingen is verloren.”
Het kringgesprek op de maandagochtend is tekenend. Vier kinderen op rij vertellen vol blijdschap over het weekend. Het lijkt misschien een klein voordeel van een scheiding, dat er bij zowel papa als mama een feestje gevierd kan worden of gezelligheid te vinden is, maar de gedragsproblemen van de kinderen komen ook vaak juist voort uit relatieperikelen. „Ik ben bang dat twee derde van deze ouders niet meer bij elkaar is”, schat Van de Belt. En dat is van grote invloed op kinderen.
Niet in de laatste plaats omdat juist een deel van het probleemgedrag te herleiden is naar de thuissituatie. Een onderdeel dat het OPDC ook actief betrekt in de aanpak. Behalve het kind krijgen ook ouders een rol in de oplossing, evenals de school van herkomst. Want als een kind vastloopt, ligt dat vaak alleen niet aan het kind zelf. Maar als moeder in Zuidwest-Drenthe woont en de vader onder de rook van Den Haag, is een praktische oplossing vaak moeilijk.
Reguliere scholen handelingsverlegen
En dat niet alleen, ook het scholenlandschap is de afgelopen jaren sterk veranderd. Bijvoorbeeld met de invoering van passend onderwijs, waarbij kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte meedoen in de reguliere klassen. De ervaring van Van de Belt is dat het reguliere onderwijs niet genoeg middelen en vaardigheden heeft en daardoor tekortschiet bij complexe problemen. Handelingsverlegen, noemt hij het.
Die verlegenheid zorgde er jaren geleden voor dat kinderen in impasses verzeild raakten, waar ouders en scholen niet tot een oplossing kwamen en leerlingen langdurig thuiszaten. Toch lukt het in Meppel om jaarlijks zo’n 80 procent van de leerlingen succesvol terug te plaatsen in het reguliere onderwijs zegt Van de Belt. „Dat percentage zal misschien nooit 100 procent worden. Maar elk kind verdient een kans.”
28 oktober 2020
Kinderen die vastlopen op de basisschool, kunnen nu terecht op nieuwe locatie in Meppel: ‘Hier krijgt probleemgedrag geen kans’
Meppel heeft sinds dinsdag officieel een orthopedagogisch didactisch centrum (OPDC) voor basisschoolkinderen. Het is pas het tweede centrum in Nederland dat zich richt op deze jongere groep, die om uiteenlopende redenen buiten de boot zijn gevallen.

Een kleine tien jaar geleden begon Bynella Kaandorp in haar eentje als gespecialiseerde leerkracht met WijsZo. Inmiddels is daar een heuse instelling met acht medewerkers uit ontsprongen, die nu jaarlijks zo’n 40 tot 50 leerlingen uit Meppel en omstreken een intensieve crisisopvang biedt.
„Ik ben zo blij met ons”, straalt ze na de opening van wethouder Jaap van der Haar. „Er staat een hecht team, die het kind in het hart heeft gesloten.”
Uniek concept
Het concept is vrij uniek. Veel centra in Nederland richten zich op kinderen in het middelbare onderwijs, in Meppel gaat het puur om leerlingen van basisscholen in de omgeving. Kunnen die al zo ver buiten de boot vallen in het reguliere onderwijs? Kaandorp, inmiddels teamleider in Meppel, schiet in de lach. „Oh ja! Mijn eerste leerling, tien jaar geleden, wilde mij alleen maar slaan. Ik moest het vuistje letterlijk tegenhouden. Maar hier krijgt dat probleemgedrag geen kans. Vanaf moment één gaan we er intensief aan de slag.”
De trainingen van Kaandorp en haar medewerkers duren zo’n drie maanden en richten zich niet alleen op de problematiek die kinderen hebben, zegt ze. „Met intensieve training vangen we het hele plaatje. We geven de kinderen de aandacht die ze even nodig hebben, maar gaan ook met de ouders aan de slag. Alles om de leerlingen terug te kunnen plaatsen in het reguliere onderwijs.” Volgens Kaandorp lukt dat in tachtig procent van de gevallen ook.
Zelf doelen stellen
Het mes snijdt aan twee kanten. Sommige schoolkinderen eindigen thuis als een probleem in het reguliere onderwijs niet wordt opgelost en een keuze voor speciaal onderwijs op zich laat wachten. „Heel vaak is die overplaatsing niet nodig. We leren ze hier zelf doelen stellen en omgaan met situaties die ze moeilijk blijken te vinden. Dan blijkt dat ze met die houding en goede begeleiding weer kunnen terugstromen.”
Het OCPD groeide beetje bij beetje uit haar jasje, zag ook Van der Haar. Bij de openingsspeech voor klein publiek én op de livestream, refereert hij aan de steeds sneller ontwikkelende onderwijswereld. „Kinderen nemen andere dingen aan en maken andere dingen mee dan pakweg twintig jaar geleden. Het onderwijssysteem is nog niet altijd gericht op die nieuwe manier van denken. Het OPDC kan ze geven wat ze op dat moment nodig hebben. Meppel kan hier trots op zijn.”